Cambodja week 2

Zaterdag 27 december 2014

In de boot varen we door een prachtig verlaten stuk met bomen met enorme wortels die midden in het water staan. Er is hier weinig leven, geen dorpjes en ook weinig dierenleven, alleen wat vogels. Na ruim 2 uur varen komen we aan in Stung Treng. Stoffig, heet en overal afval op straat. Ons hotel ziet er voor deze contreien best luxe uit. De Duitsers nemen de kamer met rivierzicht en wij de kamer aan de achterzijde op de begane grond. We eten samen met de Duitsers en besluiten dan gezamenlijk naar het Woman Development Center te gaan per tuktuk. Voor $10 wil iemand ons wel heen en weer brengen en zo rijden we met z’n vieren even later over een stoffige zandweg.

Bij het Woman Development Center krijgen we een rondleiding en zien we de vrouwen aan het werk. Er is ook een medische post en een crèche. Om dit project te steunen kopen we ook een zijden sjaals. Einde van de middag zijn we terug en struinen over de markt. We kijken onze ogen weer uit.  We vinden ook nog een leuk restaurantje waar we een prima maaltje krijgen.

Zondag 28 december 2014

Om 7 uur zitten we aan ons ontbijt bij het Riverside Restaurant. Hier mogen we gewoon iets uitkiezen van de kaart. Als we 2 dingen kiezen wordt er even moeilijk gekeken en gemompeld maar we krijgen het uiteindelijk toch. De Duitsers schuiven nog even aan bij ons en we wisselen adressen uit voor de foto’s. We gaan nu allebei een andere kant op.

Om 8 uur worden we door een rode Toyota pick-up truck opgehaald. De rugzakken gaan in de laadbak. Tot onze verrassing is onze weg een prachtig mooie asfaltweg in plaats van een slechte rode zandweg zoals wij in de reisgids hadden gelezen. De weg bleek er pas kort te liggen. We reizen door een gebied met heel veel rubberplantage’s. Er wordt ons vertelt dat je pas na 7 jaar rubber kan tappen van de boom. Ook zien we hier veel mango- en cashewnotenbomen. De rijstvelden staan allemaal droog en zijn leeg. Rijst groeit hier 1 x per jaar van april/mei t/m juli (in het regenseizoen). We passeren nog 1 grote rivier en dan zijn we na 2 uur rijden aangekomen in Banlung.

In Banlung bezoeken we eerst nog de Cha Ung waterval welke we bereiken via een rode stoffige zandweg. De gids betaalt voor ons de entree en zo komen we bij de waterval waar verder niemand te zien is en waar we achter langs kunnen lopen. Uiteindelijk arriveren we om 10.30 uur bij de Tree Top Eco Lodge. Alles is hier van hout en we krijgen hutje 15. Echt leuk gemaakt met mooie veranda en hangmat en prachtig tussen de bomen gelegen.

In de middag worden we opgehaald voor een tripje naar het Yak Loam meer, een vulkanische krater met warm water. Omdat het zondag is blijkt het megadruk. Het meer blijkt echter minder bijzonder dan wij hadden gedacht. We lopen langs het meer. Er staan allerlei hutjes met hangmatten langs het meer. Als je iets te eten besteld kan je hier gratis gebruik van maken, anders betaal je 5000 Riel. Als mensen hier in het meer zwemmen blijken ze al hun kleding aan te houden en dan zien we ook alleen maar mannen zwemmen.

Op de terugweg stoppen we nog bij een meubelzaak. Ze maken hier mooie meubels van teakhout met houtsnijwerk. Reinier laat ook foto’s zien van het werk dat hij in Nederland maakt en ja dan is de interesse gewekt en worden we binnengelaten en mogen we alles zien. Als we terug komen bij de lodge blijkt de elektriciteit weer uitgevallen dus zitten we maar buiten tot het donker wordt. Tegen de tijd dat we willen gaan eten gaat het licht gelukkig weer aan.

Maandag 29 december 2014

Het was een koud nachtje, want je ligt hier zo goed als buiten en beleven zo ook de natuur om ons heen. Een pad in onze badkamer, beestjes die aan ons dak knabbelen en beesten die zich tussen de droge bladeren onder ons huisje bewegen. Er is een heel circus om ons heen in de nacht. Na ons ontbijt staat onze gids voor ons klaar: mr. Yok. Onze gids blijkt echter niet helemaal voorbereid te zijn door zijn vriend Smy die hem gevraagd had. Hij was op zijn slippers en had geen water en pet bij zich. We zeggen dat hij best wel naar huis mag gaan om het te halen, maar dat wil hij niet. Dus gaan we toch maar op stap en lopen eerst een stukje door de stad heen en daarna volgen de rode zandpaadjes tussen de rubberplantages en de cashewnotenbomen.

De weggetjes worden steeds smaller en we moeten modderige stroompjes oversteken, over het prikkeldraad en door het struikgewas. In het 1e dorpje zien we een man die een mand aan het vlechten is. We krijgen heel veel uitleg over de gewoontes van deze stammen. Veel dingen zijn hier ook aan het veranderen, mannen en vrouwen doen meer werk samen terwijl dit vroeger strikt gescheiden was. Weven is echter echt vrouwenwerk, mannen mogen dit niet doen. Hij vertelt dat er vaak op jonge leeftijd getrouwd wordt en dat mannen eventueel meerdere vrouwen mogen hebben. Er zijn rituelen met uitwisseling van bijv. buffels. Verder vertelt hij over de verschillende geloven, het animisme, het boeddhisme maar ook het christendom. Maar ook over de veranderingen in de natuur die de laatste jaren hebben plaats gevonden. Een paar jaar geleden was het hier nog allemaal jungle, en nu zijn het vooral plantages en daardoor ook geen wildlife meer.

Er staan ook nog enkele oude bomen die meestal bedoeld zijn als afscheiding van land. In het 2e dorp kijken we hoe de mensen een traditioneel spel spelen en kijken we bij vrouwen die aan het weven zijn. Bij 1 van de vrouwen kopen we een kleedje voor $5, iets waar ze 3 dagen aan gewerkt heeft. We wandelen verder door de velden, zien koeien in de plantages en zien toch nog ergens rijst geoogst worden. We passeren kleine hutjes waar mensen wonen. Mensen lijken het maar gek te vinden dat wij hier wandelen, met de motor gaat het toch allemaal een stuk sneller. In het laatste dorp waar we komen stikt het van de biggen, klein en groot.

In het laatste dorp worden we rond half 2 weer opgehaald met een auto. Inmiddels hebben we met Yok afgesproken dat we morgen ook iets gaan doen met hem. Terug bij de lodge blijkt hoe vuil we zijn geworden, tijd voor een douche. We kletsen met andere Nederlanders tijdens het eten en voor de nacht hebben we een extra deken gekregen.

Dinsdag 30 december 2014

Wederom vroeg uit bed, maar koud hebben we het deze keer niet gehad. Om kwart voor 8 blijkt Yok al op ons te wachten, terwijl we op de markt afgesproken hadden. Zijn “vriend” Smy loopt ook alweer hier rond en denkt dat er wat te verdienen valt aan een tripje. We sturen Yok naar de markt om hem daar te ontmoeten en zeggen tegen Smy dat we geen tripje nodig hebben vandaag. We willen niet dat het geld naar Smy gaat terwijl Yok dit geregeld heeft.

De markt blijkt enorm en al snel hebben we de dingen die we nodig hadden. Yok en een andere vriend staan al klaar met 2 motoren. Wij hebben geen helm want degene die rijdt hoeft eigenlijk alleen maar een helm op. We kopen nog mondkapjes onderweg, die wel nodig blijken te zijn. Al snel houdt het asfalt op en komen we op de rode zandweg. We hebben expres de vuile kleding van gisteren aangetrokken en dat was maar goed ook. Auto’s en vrachtwagens op de weg veroorzaken enorme stofwolken die op ons neerdalen. We hebben allebei een sjaal over onze mond en neus en dat is hard nodig. De weg is nog wel redelijk vlak. Iets voor 10 uur arriveren we in VoenSai.

In VoenSai drinken we eerst wat en dan stappen we in de boot. We varen ongeveer een uur door ondiep water met veel zandplaten. Hier staan nog wel mooie bomen en geen plantages. Maar langs de weg zagen we dat er volop gekapt wordt en dat het waarschijnlijk niet heel lang zal duren voordat de mooie stukken ook het onderspit delven. Na een uur komen we uit bij een dorp van en andere stam. Ook hier lopen weer veel honden, biggen en kinderen rond. Veel houten huisjes op palen.

We gaan naar een begraafplaats, er zijn er 1, 1 voor de mensen die door zijn gegaan door ziekte of ouderdom en 1 voor mensen die zijn omgekomen bij een ongeval of zich zelf van het leven hebben beroofd. Er moet bij een overlijden normaal een waterbuffel worden geofferd maar als mensen hier geen geld voor hebben mag dit ook een varken zijn. De arme mensen hebben een klein graf”monumentje”en de rijken grote en ook meer versierde graf”monumenten”. Het graf heeft eerst een houten hek en later, na een paar jaar, krijgt het een betonnen omheining. Het moet steeds verzorgd blijven maar als mensen geen geld hebben verpauperd het. Je mag van de begraafplaats niet direct teruglopen naar het dorp want dan neem je de dode geesten mee. Als je een begrafenis bezoekt moet je van te voren helemaal gewassen zijn en ook daarna en je mag niet terugkijken als je terug naar het dorp gaat. Doe je dit wel dan zal je ook snel sterven. En zo zijn er nog veel meer “bij”geloven.

Wij stappen weer op de boot en gaan terug naar de opstapplek waar we ook gelijk lunchen. Daarna stappen we opnieuw in de boot en gaan we nog naar een Lao-dorp. Hier ligt namelijk een longboat die gebruikt wordt voor de festivals in november. Reinier wil die graag even bekijken. Na dit bezoek gaan we terug met motor voor een stoffige terugrit. We gaan in Banlung naar de markt om inkopen te doen voor de avondmaaltijd. We zijn uitgenodigd in het huis van Yok om bij hem en zijn gezin te eten. We gaan nog snel naar het hotel om iets anders aan te trekken en iets mee te nemen voor de kinderen van Yok.

We springen weer achter op de motor en gaan op weg naar het Yak Loam meer. In het bos hakken we nog even een stuk bamboe wat Leontine achterop de motor vast mag houden. Over smalle bospaadjes komen we bij een gehuchtje met allemaal houten hutjes op palen. Yok woont in een hutje van ongeveer 3 x 4 meter met zijn vrouw en 2 zoons van 4 en 6 jaar. Zijn vrouw is ook zwanger van hun 3e kind. We hebben kleurboeken met kleurpotloden meegenomen. Ook de neefjes komen op bezoek en al snel liggen ze allemaal op de grond te kleuren. Later gaan we buiten spelen met de ballonnen die we ook meegenomen hebben.

Yok maakt samen met zijn vrouw in de holle bamboe een maaltijd en dit blijkt overheerlijk te zijn. We zitten allemaal op de grond rond een aantal schaaltjes en eten gewoon met onze handen. Buiten is het donker en binnen hebben we een lichtje op een accu. Dit is toch wel een hele bijzondere ervaring. In het donker worden we op de motor uiteindelijk weer teruggebracht naar ons hotel.

Woensdag 31 december 2014

Alweer de laatste dag van het jaar, een beetje onwerkelijk hier, in een totaal andere wereld dan thuis. We worden in de ochtend al vroeg gewekt door allerlei lawaai dat we niet thuis kunnen brengen. Om 8 uur worden we opgehaald door een groen busje met een chauffeur die geen woord Engels spreekt. De eerste 2 uur hebben we de voor ons bekende asfaltweg terug naar Stung Treng. Als we uiteindelijk afslaan richting Kratie begint de ellende. De weg is bar slecht, er zijn overal werkzaamheden, er liggen hopen stenen en wij moeten overal doorheen zigzaggen. We worden helemaal door elkaar gerammeld met de vele kuilen en gaten in de weg en het uitzicht is door de enorme stofwolken ook niet bijstel goed. Na bijna 4 uur komen we in Kratie aan, een grotere stad die er ook iets beter uitziet dan Stung Treng. Ons hotel Oudom Sambath ligt aan de rivier. Het blijkt behoorlijk oud en erg ongezellig. Onze kamer ligt op de eerste verdieping en heeft wel een mooi uitzicht op de rivier.

We gaan op ontdekking uit in het stadje, we hebben wat geld nodig. Echter bij de bank krijgen we met ons pasje geen geld, uiteindelijk lukt het met de Visa Card. Voor de volgende dag boeken we een tour per tuktuk langs de bezienswaardigheden in de omgeving. We vinden ook een leuke guesthouse waar we kunnen eten. Aan het einde van de middag nemen we nog even een ferry naar het tegenovergelegen eiland. We hebben 1,5 uur om hier even rond te kijken. Als we ‘s-avonds gaan slapen blijkt onze deken een stuk kleiner te zijn dat dat het bed breed is. Dit betekent dat 1 van ons 2 geen deken heeft. Gelukkig hebben we nog een lakenzak bij ons, ook probleem weer opgelost. De jaarwisseling gaat hier eigenlijk ongemerkt voorbij, geen feest, geen vuurwerk, helemaal niets.

Donderdag 1 januari 2015

Een nieuw jaar en alweer vroeg wakker door allerlei lawaai. Om 6 uur appen we met Nederland omdat het daar op dat moment jaarwisseling is. Toch gek dat wij al 6 uur verder in de tijd zijn en alweer aan een ontbijt zitten waar we niet echt vrolijk van worden. We zijn blij dat we hier nog maar 1 nachtje zijn. Om 8 uur staat er een tuktuk voor, een soort brommertje met en karretje welke een zeer slome variant blijkt. We gaan als slak vooruit maar we kunnen we goed om ons heen kijken. We passeren verschillende bruiloftsfeesten. Blijkbaar is 1 januari een populaire dag om te trouwen. Alle scholen zijn dicht.

Eerst bezoeken we Kampi waar we samen op een bootje gaan op zoek naar de bijna uitgestorven rivierdolfijnen. Al snel komen ze in zicht en de motoren van de boten gaan uit. We zijn met nog 2 andere boten op het water, het is nog vrij rustig. De dolfijnen kunnen we goed zien, er is zelfs een moeder met een baby bij. Foto’s maken blijkt wat lastiger want ze komen nauwelijks boven het water. We varen in totaal een uurtje en gaan dan terug.

De volgende stop zijn de stroomversnellingen. Hier is een soort picknickplek met allerlei hutten op palen in de stroomversnelling met hangmatjes. We moeten 500 riel betalen om even rond te kijken. Dan stoppen we nog bij een boer die palmsuiker maakt. Er staat een grote borrelende pot op het vuur. We mogen even proeven, lekker zoet, je kan 1 kg kopen voor $1. Ook krijgt Reinier de dochter des huizes aangeboden, als 2e vrouw zeg maar. Je weet soms toch niet wat je meemaakt.

Daarna hobbelen we een heel stuk naar de tempel van Sambour. Hier bezoeken we eerst het schildpadden centrum. Een speciale Mekongschildpad met een zacht schild is met uitsterven bedreigd. Dit project zorgt ervoor dat boeren de nesten beschermen en als de schildpadjes uitkomen brengen ze deze naar het centrum. Dan worden ze later met 10 maanden opnieuw uitgezet. Daarna bezoeken we het tempelcomplex. En daarna gaan we lunchen. Er staan brommertjes met eenden in hokjes voor de tempel geparkeerd in de brandende zon. Het eten blijkt prima, je wijst hier gewoon aan uit welke pan je iets wil eten. Reinier voert de jonge hondjes ook nog wat vlees uit zijn “soep”.

Daarna hobbelen we weer een tijdje in de tuktuk naar een volgende tempel. Onderweg zien we heel veel huizen met soort werkplaatjes onder het huis. Mensen zitten op de grond houten figuren te maken. Niets geen werkbanken. Bij de tempel moeten we een trap naar boven met allemaal boeddha’s erlangs. Boven aan de trap staat een grote groep giechelende tieners die allemaal foto’s met ons willen maken en ook Engels met ons willen praten.  Daarna hebben we nog 2 stopen en einde van de middag zijn we terug bij het hotel. Voor ons hotel staan kraampjes met gefrituurde insecten. Daar wil Reinier wel iets van proberen bij een biertje.  We eten in de avond in hetzelfde restaurantje als de dag ervoor en kletsen onze avond vol. Koffer pakken en volgende dag weer verder.

Vrijdag 2 januari 2015

Zoals we inmiddels al gewend zijn worden we rond 6 uur weer gewekt door allerlei lawaai. Uitslapen lukt hier echt niet. We mogen nog 1 keer genieten van dat “geweldige” ontbijt. Om iets na 8 uur worden we opgehaald door een chauffeur met een Toyota Camry en wederom spreekt deze man geen Engels. We blijken een nogal gefrustreerde, ongeduldige wegpiraat als chauffeur te hebben. We scheuren, toeteren en halen iedereen in (Nou ja, iedereen wordt zo ongeveer van de weg afgedrukt). De weg is niet al te goed, dus wij schieten regelmatig tegen het plafond. Gelukkig arriveren we zo’n 4 uur later veilig en wel bij ons hotel in Pnom Penh. Deze chauffeur krijgt van ons geen fooi. Het hotel ziet er luxe uit.

We krijgen een plattegrond en gaan op weg. In onze straat zijn 2 ziekenhuizen. We slaan af richting de Tonle Sap rivier. Hier is een soort boulevard. Oversteken is hier weer rennen voor je leven, maar dat zijn we inmiddels wel een beetje gewend. Op de rivier zien we schepen die nauwelijks vooruit komen met de tegenstroom. Ook veel vissersbootjes, vaak ook bootjes waar mensen op leven, vaak Vietnamezen. We vinden een leuk eettentje met goede wifi en eten hier heerlijk, ook is de koffie erg goed dus blijven we een tijdje hier zitten. We lopen uiteindelijk tot aan het paleis en nemen daar een tuktuk naar de Centrale Markt.

De Centrale markt blijkt een flinke markt waar echt van alles te koop is. Reinier bezoekt nog even de wc op de markt wat een hele belevenis blijkt. 1 grote natte kledderboel. Na wat inkopen te hebben gedaan lopen we terug naar het hotel en kijken onderweg nog even bij de Wat Phnom pagode. In de avond gaan we nog naar de Night market.

Zaterdag 3 januari 2015

Deze keer eten we het ontbijt in het naastgelegen Tapas restaurant en kunnen kiezen uit een Aziatisch, Westers of Spaans menu. Om half 9 start ons tour. Voor het eerst is het deze dag helemaal bewolkt en benauwd. Onze eerste stop is het Koninklijk Paleis. We betalen hier $6,50 p.p. en sluiten dan aan in een rij. Het Koninklijk Paleis bevat 4 sectoren en wij hebben toegang tot 2 hiervan. We zien de zgn troonzaal, een buffetzaal en een gebouw waarvan de koning op zijn olifanten kon stappen. Tot 10 jaar geleden regeerde koning Sinouk, die erg geliefd was bij de bevolking, omdat ze hem zien als degene die Cambodja vrij heeft gekregen. Zijn oudste zoon had geen interesse in het koningschap en die wilde de politiek in. Daarom moest zijn jongste zoon maar de koning worden. Hij woonde echter al jaren in Frankrijk en had in Tsjechië een opleiding tot balletdanser gedaan en gaf balletles. De koning is nu 61 jaar en ongehuwd en dus geen troonopvolgers.

Van het paleis gaan we naar de Zilveren Pagode. De vloer is hier helemaal van zilver gemaakt. Verder zien we een boeddha van smaragd en 1 van goud met allemaal diamanten. Foto’s mogen we hier echter niet van maken. Rondom de pagode staan een aantal stupa’s waar de koningen zijn begraven. 1 graf is nog open en heeft dus nog een deur. Hier is de voormalige koning, die in 2012 is overleden samen met zijn dochter die op 41 jarige leeftijd is overleden, begraven. Het wachten is nu op zijn vrouw, die ver in de 80 is. Als zij overleden is wordt zij ook aldaar begraven en zal de stupa definitief gesloten worden (dicht gemetseld).

Rond een uur of 10 gaan we op weg naar de Killing Field van Choeung Ek, ongeveer 14 km ten zuidwesten van het centrum, dus ongeveer 30 minuten rijden met de auto. Ook hier is het weer erg druk. Alhier zijn de massagraven die ontdekt zijn in de jaren 80. Graven van wel 450 mensen, graven van mensen zonder hoofd en graven waar vrouwen met hun kinderen zijn begraven. Daarnaast de boom waar de baby’s tegen gedood worden. Het is allemaal heel bizar en een soort van luguber. Het geeft gewoon kippenvel. Midden op het terrein staat het herdenkingsmonument met daarin schedels, botten en kledingresten. De sfeer is bedrukt en geladen.

Er is een klein museum waar we een film zien over de periode ’75 – ’79. Onze gids vertelt ons heel veel over hoe alles is gegaan en over de bevrijding door de Vietnamezen en hoe ze uiteindelijk ook aan die bezetting een eind hebben kunnen maken. Het is allemaal teveel om op te schrijven. We hebben inmiddels wel trek gekregen en worden afgezet bij een zgn “veilig” restaurant oftewel voor toeristen. Het ziet er allemaal sjiek uit, iets wat we zelf nooit zouden uitkiezen. Het eten blijkt heel flauw met nauwelijks smaak en we moeten wel even $16 afreken, zo duur hebben we deze reis nog niet gegeten.

We gaan verder naar het genocide museum Tuol Sleng ofwel bekend als S-21. De Rode Khmer maakt van een voormalige middelbare school de grootste en beruchtste gevangenis. Mensen werden hier vastgehouden onder onmenselijke leefomstandigheden. Er waren 4 cellencomplexen, A had ruime cellen voor CIA, KGB agenten ofwel hoog geplaatste mensen en B,C en D waren voor boeren, onderwijzers e.d welke een cel hadden van ongeveer 1 m² met een stenen of houten afscheiding. Mensen werden gemarteld en verbleven maximaal 1-3 maanden in de celcomplexen en werden daarna naar de Killing Fields gebracht waar ze geëxecuteerd werden. Van de naar schatting 16.000 personen die aldaar werden vastgehouden hebben het er 7 overleefd, waarvan er nu nog 2 in leven zijn. Beide mannen zitten bij de uitgang en je kan hun boek met hun levensverhaal aldaar kopen en met ze op de foto.

Het meest bizarre hier zijn de foto’s die ze maakte van de gevangenen als ze binnen kwamen dood of levend. Eerst alleen met een nummer, later ook met naam en datum. Al die gezichten van mannen, vrouwen en kinderen die hier de dood hebben gevonden, zo bizar. Dit maakt wel heel veel indruk.

Op het terrein van de gevangenis zijn massagraven gevonden en hiervoor wordt nu ook een memorial gebouwd. De laatste 14 waren Rode Khmer leden, de staf, die door Pol Pot zijn uitgemoord net voor de Vietnamezen Phnom Penh binnen vielen. Zij wisten teveel en hebben ook een graf op het terrein. De paar nog levende kopstukken van de Rode Khmer zijn berecht via een speciaal tribunaal. Er zit er nu in ieder geval 1 voor de rest van zijn leven in de gevangenis. Pol Pot is in 1989 overleden aan een hartinfarct en nooit berecht.

Het laatste van onze tour het Nationaal Museum laten we voor gezien. We hebben vandaag zoveel gezien en gehoord dat we het even genoeg vinden geweest. We gaan nog even naar de boulevard en kijken hoe de Vietnamese vissers hun vis aan land brengen en dit proberen te verkopen. We eten op de avondmarkt en opnieuw pakken we onze rugzak in voor de volgende bestemming.

Lees verder in het verslag van de 3e week