Nepal week 1

Dinsdag 17 december 2013

We kunnen deze dag rustig opstarten want onze vlucht naar Nepal, via Istanboel, gaat pas om 14.50 uur vanaf Amsterdam.  Na een uurtje of 4 zien we de stad Istanboel onder ons verschijnen, vele lichtjes in het donker. We zien de schepen op de Bosporus. Om half 8 plaatselijke tijd zetten we voet aan Turkse bodem. Via een wat vage “transfer”weg komen we via wederom een controle in de vertrekhal. Op de monitor gaan we op zoek naar onze gate van de vlucht naar Kathmandu. Helaas nog geen gate, maar wel 2,5 uur vertraging. Dit betekent i.p.v. om 20:45 uur nu pas om 23:15 uur vertrekken. Genoeg mogelijkheden om iets te eten en te drinken en later krijgen we ook bij de gate nog gratis eten en drinken. Rond 23 uur stappen we in de bus naar ons vliegtuig. We zitten helemaal achterin op rijd 40. Dit keer is het vliegtuig niet helemaal vol. Ook nu krijgen we nog een maaltijd geserveerd. Het is inmiddels dan wel na 24 uur. Tijd om te gaan slapen.

Woensdag 18 december 2013

Natuurlijk hebben we geen oog dicht gedaan. Je weet niet hoe je moet zitten of liggen, alles doet zeer. ‘s-Morgens delen we samen een broodje en een stuk cake als een soort ontbijt. In plaats van 7.15 uur plaatselijke tijd landen we zo’n 3 uur later. We vliegen meerdere rondjes over Nepal waarbij we steeds prachtige uitzichten hebben op de besneeuwde Himalaya en een dik wolkendek. Veilig aan de grond worden we ook dit keer met een bus naar de terminal gebracht. Een lange gang, welke er vrij nieuw uitziet, maar net niet afgewerkt is.

Omdat we al in Nederland een visum hebben gehaald lopen we gelijk door naar de hokjes waarbij staat”Foreigner with visa”. We worden echter meteen teruggestuurd omdat er nog een briefje ingevuld moet worden. Dus met het ingevulde briefje opnieuw weer in de rij. Het briefje wordt zonder erop te kijken op een stapel gegooid en we krijgen weer een stempel erbij in ons paspoort. Bij de enige bagageband die draait wachten wij een tijdje maar uiteindelijk zijn onze 2 tassen ook meegekomen, altijd weer een opluchting. We hebben niets aan te geven dus begeven ons naar buiten. uiten valt er een deken van een soort benauwende smog over je heen en staan er vele mensen naar je te roepen, taxi, taxi en de rest staat met een bordje of papiertje met een naam erop. Al vrij snel zien we een papier met onze naam erop, we worden door 2 mannen opgewacht. Een voor  Nepalese begrippen mooie auto staat voorons klaar om ons naar Hotel Vajra (uitgesproken als Bazra) te brengen.

De meest gare wagens blijken hier rond te rijden en onze auto stort ons in een complete chaos van auto’s, vrachtwagens en motoren die zigzag als een soort mierenhoop door elkaar heen rijden. Al toeterend beweegt iedereen zich voort en het gaat allemaal in een slakkengang vooruit. Er gaat wel eens wat mis, maar door de geringe snelheid is dit vooral blikschade. Op de kruispunten proberen politie-agenten met mondkapjes het verkeer in goede banen te leiden. Borden zien we hier niet, hoe iedereen hier de weg vindt is ons een raadsel. Als er al stoplichten zijn dan doen ze het niet. Oversteken is rennen voor je leven, zelfs op een zebra wordt je van je sokken gereden. Al dit verkeer zorgt voor veel smog en het is alles behalve fris, de meeste mensen op de motor hebben dan
ook monddoekjes voor. De wegen zijn een en al stof. Ze zijn al jaren bezig de straten te verbreden omdat er steeds meer verkeer komt. Dit is echter een moeilijke taak en de bevolking neemt nog steeds toe in aantal. Inmiddels wonen hier zo’n 2,8 miljoen mensen. Afval ophalen doen ze hier niet, al het plastic beland op straat of wordt in de rivier gegooid. Overal zien we winkeltjes en garage’s, allemaal kleine hokjes waar mensen dingen verkopen, maken of repareren. Het straatbeeld is kleurig te noemen.

Na ongeveer een half uur arriveren we bij ons hotel, een prachtig gebouw net buiten de drukte van de stad. We krijgen een kamer op de 3e etage, het is wel erg donker. Het blijkt dat de elektriciteit gemiddeld zo’n 12 uur per dag is uitgevallen. ‘s-Avonds heeft het hotel een generator als back-up. Naar de wc ga je dus met een kaars of een zaklampje. Water hebben we wel, al is het vaak alleen maar koud. We pakken snel een rugzak en laten de rest van de koffer ingepakt achter in de kamer. Geld kunnen we wisselen in het hotel en opeens heb je dan meer dan 13.000 roepies (ong € 100).

Met een vage plattegrond en een mondelinge toelichting van het hotel gaan we de straat op. Vooral het oversteken hier is een hele happening, regels lijken hier niet te gelden, gewoon zigzaggend je weg banen. Alles went en we raken er al snel in bedreven. We komen uiteindelijk uit in de toeristenwijk Thamel. Een wijk met vooral souvenirshops met grote messen, kasjmir en pashmir kleding, schilderijen, mandala’s, tassen, boeddha’s en vele outdoorkleding en spullen. The North Face blijkt hier zeer populair, ook de lokale bevolking loopt hier mee. Je blijkt hier voor een habbekrats The North Face kleding te kunnen kopen, alleen wel van een minder goede B-kwaliteit. Maar als je het niet belangrijk vind dat iets jaren meegaat dan is er veel keuze. We kopen niets, kijken alleen maar. Twee jongens wijzen ons de weg en willen ons van alles laten zien, maar uiteindelijk willen ze hier geld voor. Wij als rijke toerist hebben tenslotte geld genoeg denken ze. Zulke dingen trap je 1 x in maar daarna niet meer. Om 4 uur gaan we terug richting hotel. We weten inmiddels niet meer precies waar we  zijn dus gaan op ons gevoel richting de rivier door allerlei smalle straatjes waar geen toerist te zien is.Toch voelen we ons niet onveilig. We komen bij de rivier en steken een brug over. Dit is niet de brug die vlak bij ons hotel was dus wandelen we net zolang langs de rivier tot we de bewuste brug vinden. Om 5 uur komt de manager van Royal Mountain travel, die voor ons de trekkings en het vervoer heeft geregeld. Er wordt ons vertelt hoe laat we opgehaald ergens worden en wat we moeten meenemen op de trekkings. Na een maaltijd in het restaurant van het hotel duiken we op tijd ons bed in.

Donderdag 19 december 2013

Allebei prima geslapen en rond 8 uur uit ons bed. Het ontbijt heeft nog redelijk wat variatie en koffie krijg je hier met een enorme plons warme melk. Als we onze tanden staan te poetsen valt het licht weer uit, dus weer de kaarsjes aan. Om 9.30 uur worden we opgehaald voor een stadstour.  We worden eerst naar de Boudhanath Stupa gebracht. De grootste boeddhistische tempel, een enorme witte bol met daarom de 2 boeddha ogen en vele kleurige gebedsvlaggen die wapperen in de wind. Onderaan vele gebedsmolens en boterlampjes. Tempels loop je altijd rond met de klok mee, ook de gebedsmolen moeten zo gedraaid worden. Wij moeten als toerist 300 NRS p.p. betalen. Wij vinden het erg indrukwekkend, er zijn vele mensen op de been waaronder monniken in hun rode kledij. Ook is er een prachtig klooster waar we een kijkje in kunnen nemen. Wat een kleuren, beschilderingen en veel goud en een grote boeddha. Rond de stupa zijn vele winkeltjes met souvenirs, mandala’s en boterlampjes.

Als we alles gezien hebben gaan we door het drukke verkeer naar onze volgende bestemming de hindoetempel Pashupatinath. De tempel ligt aan de heilige Bagmati rivier en is bekend om zijn crematie-plaatsen aan deze rivier. Voor deze tempel betalen we 1000 NRS p.p. (zo’n € 13 p.p.). Dit bedrag blijkt de laatste jaren steeds weer verdubbeld te zijn. Het zou bedoeld zijn voor de renovatie maar volgens de gids is hier ook zeer veel corruptie, dus mogelijk verdwijnt er ook wel wat van het geld. 1 deel van de tempel is alleen toegankelijk voor Hindoe’s dus niet voor ons als toerist. We kunnen alleen even door de poort kijken. Wat hier vooral opvalt zijn de vele koeien, die als heilig worden beschouwd, en hier overal rondkuieren en liggen. Tevens zien we apen en de zogenaamde “Holy-man”. Deze heilige mannen wonen en leven in het tempel complex en leven van de giften van toeristen die moeten betalen als ze een foto van deze mannen willen maken. De meeste holy-mannen roken marihuana en hebben zich geheel beschilderd. We maken gewoon een foto van een afstandje en dan is het gratis.

Het meest indrukwekkende vinden we toch wel de verbrandingen langs de rivier. De familie brengt de overledenen alhier of degene sterft in de hospice in het tempelcomplex. We zien ook een lichaam liggen langs de rivier verpakt in een knaloranje doek. Er worden soort houten onderstellen gemaakt waarop de overledenen wordt gelegen. We zien rond 1 brandstapel een heleboel mensen staan. We begrijpen van de gids dat als het lichaam eenmaal brandt de meeste familie weer vertrekt en dat alleen de directe familie achterblijft. Iemand van het complex zorgt ervoor dat het vuur goed blijft branden en ook dat alles wordt opgeruimd, oftewel alles in de rivier wordt geveegd. Raar idee, ook omdat je even verder in de rivier mensen ziet baden en wassen. In onze ogen is de rivier alles behalve schoon. Het is apart om dit zelf mee te kunnen maken en wat is dit toch een andere wereld. Apen springen overal in het rond en blijken behoorlijk brutaal en ondeugend te zijn.

Net na de middag gaan we naar onze laatste bestemming van de stadstour, 1 van de koningssteden Patan. Patan is inmiddels vastgegroeid aan Kathmandu. Het oude gedeelte heeft er ook kleine straatjes en vele winkeltjes. Bij de entree van Durbar Square worden we afgezet. Ook nu moeten we weer 1000 NRS p.p. betalen. Hiervoor krijgen we een mooi kaartje voor om onze nek, ja ja een echte toerist. Op dit plein zijn vele tempels gesitueerd en het koninklijk paleis, waarin nu een museum is gevestigd. Hier gebruiken we ook onze lunch, we delen samen een Nepalese maaltijd Dahl Baht, blijkt flink pittig. Op het plein hebben de tempels prachtig houtsnijwerk. De namen van de tempels kunnen we maar moeilijk onthouden en dan de goden, ook daarin zijn we de tel kwijt geraakt.

Ook hier weer vele winkeltjes met hier dan vooral hout- en metaalwerk. Reinier laat zich verleiden tot het kopen van een houtsnijwerkje. Hij vindt het eigenlijk zielig om de man zo weinig te betalen dus biedt een goede prijs en dit wordt natuurlijk meteen geaccepteerd. Reinier is blij, maar volgens de gids hadden we het veel goedkoper kunnen krijgen. Ach we hebben iemand een goede dag bezorgd. Verderop komen we nog bij een tempel waar het behoorlijk druk blijkt te zijn. Donderdag blijkt een offerdag te zijn en een zeer kleurrijk gezelschap bevolkt hier de tempel. We vermaken ons op het plein tot een uur of 4 om ons daarna weer in het chaotische verkeer te begeven. Voor het eten gaan we nog even water kopen en wat fruit. Als we terugkomen blijkt onze gids, van de trekking van de volgende dag, op ons staan te wachten. We vinden dit heel vervelend omdat wij het niet wisten. Ram zal onze gids zijn voor de eerste trekking en waarschijnlijk ook voor de tweede trekking. We bespreken wat we mee moeten nemen en wat we kunnen verwachten. Daarna eten we en gaan we even achter de computer zitten om ons eerste blogverslag voor het thuisfront te maken. We pakken onze rugzakken en maken een tas klaar die achterblijft in het hotel.

Vrijdag 20 december 2013

We kunnen allebei niet echt slapen, we hebben het erg koud deze nacht. Om 6:30 uur gaat onze wekker. Na het ontbijt staan we met onze spullen klaar en rond 8 uur zijn onze gids Ram en drager gearriveerd. Wederom weer door de drukke stad, waar we ons nog steeds  verbazen over het verkeer. Als we in de regio Baktapur komen zijn er opeens verkeerslichten en bewegwijzering. We rijden op een zgn hoofdweg richting Tibet, niet echt breed maar vrij goed. Daarna slaan we af richting Panauti. We moeten onderweg een soort tol betalen voor wegonderhoud en vervolgen onze weg over een steeds slechtere weg. Dus we vragen ons af waar dat betaalde geld voor gebruikt wordt. Uiteindelijk zijn we bij ons startpunt.

Dit is duidelijk het platteland, heel anders dan de stad. Helaas is het niet helder en hangt er een soort mist. Het platteland met kleine huisjes, koeien, geiten, kippen en mensen die werken op de terrassen. Kinderen die buiten rennen en ons allemaal gedag roepen. Vele gewassen, zoals de rijst zijn inmiddels geoogst. De velden zijn nu leeg of er staat tarwe of kool op. In het begin stijgen we geleidelijk en we krijgen het al snel warm. De zon schijnt wel maar we hebben geen mooi uitzicht. Op een gegeven moment krijgen we een flinke steile klim naar Namobuddha, een boeddhistische tempel met een klooster.

Het verhaal van de tempel: Buddha heeft zijn been geofferd aan een tijger en zijn jongen. We zien hiervan ook een afbeelding en buiten staat er ook een beeld van een tijger met welpen. Naast de tempel is de Thrangu Tahi Yangtse Monastry. Dit huidige klooster is in 2008 geopend en heeft verschillende verdiepingen, is prachtig gekleurd en is omringd met vele gebedsmolens. Er is ook een schoolklas waar we door belaagd worden omdat ze graag engels met ons willen praten. Bij de tempel moeten we nog even een tijdje wacht op onze bestelling een bordje Nepalees eten, wat wederom behoorlijk pittig is. Na het eten moeten we gelijk weg omdat we nog een flinke tocht voor de boeg hebben. We komen langs een aantal groepen schoolkinderen die een soort picknick hebben en aan het dansen zijn op Indiase muziek.Reinier doet een dansje mee, waar Leontine een leuke video van maakt. Iedereen is vriendelijk, zwaait naar ons en zegt ons gedag.

We komen langs allemaal kleine dorpjes. Het eten blijkt bij Reinier niet zo goed te vallen, en hij kan geen stap meer zetten. Na enig aandringen van onze gids mag Reinier ergens gebruik maken van het toilet: een hokje in de tuin met een gat in de grond. Lang leve de rol wc-papier die we sinds een vakantie in Kaapverdië altijd bij ons hebben tijdens het wandelen. Helaas blijkt 1 stop niet voldoende en is de volgende pitstop in het veld onder een boom. Laat er dan net een bus vol met schoolkinderen komen, tijd voor Leontine om in actie te komen en de kinderen af te leiden. Het mosterdzaad op het terras heeft aldaar weer een goede voedingsbodem gekregen en zo vervolgen we onze tocht weer.

Uiteindelijk gaat het stoffige pad over in een trap van steen van 1000 treden en deze komt uit bij een enorme goudkleurige boeddha. We moeten onze schoenen uittrekken en lopen op onze sokken over een stoffig beton. De boeddha is behoorlijk indrukwekkend als je eronder staat en je uitkijkt over de omgeving. We vervolgen onze weg nog verder naar beneden en komen uit bij Kavre. Van daaruit moeten we weer gaan klimmen en komen we uiteindelijk uit bij onze eindbestemming Dhulikel. De zon gaat al achter de wolken en bergen en het wordt nu snel donker. Ons hotel ligt net buiten de stad en we moeten nog even flink klimmen om er te komen.

Aangekomen in High View Resort worden we getrakteerd op een drankje. We kiezen uit de menukaart maar een niet al te zwaar gerecht. We gaan naar onze kamer in de hoop een lekkere warme douche te nemen. Echter de douche blijkt net zo koud als de tegeltjes van de badkamer en al bibberend trekken we zo snel mogelijk onze warmste kleren aan en duiken onder de dekens om op te warmen. Om half 7 kunnen we eten, er staat speciaal voor ons een tafeltje gedekt. We zijn de enige toeristen, verder een grote groep Nepalezen die hier gezamenlijk een soort buffet gebruikt. Onze gids en drager eten apart en slapen ook in een ander deel van het hotel.Met de gids spreken we af hoe laat we de volgende ochtend vertrekken en we duiken snel ons bed in waar we nog de gehele nacht verder bibberen van de kou.

Zaterdag 21 december 2013

Na een niet echt best nachtje zijn we vroeg uit de veren. Het uitzicht is helaas weer minimaal door de mist, al moet het hier bij helder weer prachtig zijn. Wij zullen het niet meemaken. Om 8.10 uur gaan we alweer op weg. We gaan gelijk heuvel op. De omgeving is prachtig en het heeft ook wel iets aparts dat alles in mist gehuld is. Na een klim weer een afdaling en passeren we weer veel kleine huisjes met dieren waar mensen ons allemaal gedag zeggen: Namaste. We komen een vrachtwagen tegen met 2 open plastic tanks waarmee de melk bij de mensen wordt opgehaald. Na de daling volgt weer een klim. Hier komen 3 kleine kindertjes ons bloemetjes geven, erg schattig. We trakteren ze maar op een biscuit. Het is een aandoenlijk gezicht daar 3 van de ukkie’s te zien staan in kapotte, vuile kleren zonder schoenen en dan met een biscuitje in hun hand, wat ze koesteren.

Het is een kostbaar iets voor hun, dus als je het opeet dan is het weg. Op ons maakt het wel een grote indruk. Even verderop een meisje op een schommel die vrolijk naar ons zwaait. Overal zien we vrouwen met grote lasten op hun rug, die ze vaak met een band om hun hoofd dragen. Hout hakken en naar huis brengen is duidelijk een vrouwentaak, net als de was. Het is fantastisch om zo door de plattelandsgebieden te lopen, het doet ons een beetje denken aan onze wandelvakantie op de Kaapverdische eilanden. Sommige velden zijn prachtig geel gekleurd door bloeiend mosterdzaad, hetgeen lijkt op koolzaad.

Om 12 uur komen we op onze lunchplek, een soort boerderijtje met een bankje ervoor. Er wordt speciaal voor ons een maaltijd van noodles gemaakt met verse groente en kruiden uit de tuin, die op dat moment wordt geplukt. Door de ervaring van de dag ervoor blijven we nog een half uur relaxen na de maaltijd en genieten we van het uitzicht. Er wacht ons weer een flinke klim. We komen onderweg nog een oude man van 70 jaar tegen met een melkbus op zijn rug. Hij vertelde dat hij nog gezond was maar hij had alleen last van zijn tanden want die vielen er zomaar uit. Ook komen we verschillende heilig plaatsen tegen. Als we eenmaal het hoogste punt hebben bereikt na nog een pittig klimmetje hebben we nog 4 km vrij vlakke weg voor de boeg naar Nagarkot. Volgens de gids is het niet ver meer maar de laatste loodjes zijn toch wat zwaar en er lijkt geen eind aan te komen. Uiteindelijk arriveren we om half 4 bij ons hotel. Het hotel is vrij groot, de kamer kan verwarmd worden en we hebben een heerlijke warme douche. Dit waarderen we nu des te meer.

Zondag 22 december 2013

Een nacht heerlijk geslapen zonder kou te lijden. Wederom is het mistig. Om half 8 zitten we aan het ontbijt en als we naar buiten kijken komen de Himalaya toppen toch nog tevoorschijn. Pas om kwart voor 9 vertrekken we en gaan we op weg naar Tilkot. We lopen weer prachtig door de de kleine dorpjes, mensen zijn bezig met kleding wassen, de mais aan het pellen, eten aan het klaarmaken, de kippen lopen rond tussen de maiskorrels en de geiten proberen ook overal wat eten vandaan te halen. Mensen zijn allemaal weer erg vriendelijk, overal worden we met Namaste begroet. Ook vandaag komen we weer geen enkele andere toerist tegen.

Een gids waar je dagen mee optrekt betekent ook lange gesprekken over de verschillende levens en de verschillen tussen Nepal en Nederland bespreken. Onze gids Ram vertelt ons zijn levensgeschiedenis. Hij woonde in het oosten van Nepal, op een dag lopen van een weg, in het dorp waar hij ook geboren is. Hij trouwt daar met zijn eerste liefde, maar net na de geboorte van hun tweede kind sterft zij door gebrek aan medische hulp. Hij vertrekt voor 5 jaar naar Quatar en zijn ouders zorgen voor de 2 kinderen. Veel Nepalezen beproeven hun geluk in het Midden Oosten. Echter alles wat hun beloofd wordt blijkt vaak geen waarheid. Vaak worden ze uitgebuit, moeten lange dagen werken en krijgen veel minder betaald dan beloofd. De arbeidsomstandigheden zijn slecht en veel jonge Nepalezen sterven aldaar. Ook onze gids heeft geld betaald voor reis en visum en hem werd een loon van 500 dollar beloofd. Dit heeft hij echter nooit gekregen en zo kon hij ook geen geld naar huis sturen. Uiteindelijk is hij teruggekomen naar Nepal. Door zijn ervaring met het gebrek aan gezondheidszorg op het platteland kiest hij ervoor om bij Kathmandu te gaan wonen. Ziekenhuizen en gezondheidszorg dichtbij. Inmiddels is hij opnieuw getrouwd en woont hij met zijn 2 kinderen uit zijn vorige huwelijk en inmiddels heeft hij met zijn tweede vrouw een dochter gekregen, die inmiddels alweer 3 jaar is. Zijn verhaal maakt wel diepe indruk op ons. Vooral ook omdat we deze verhalen ook dagelijks in de Nepalese krant lezen.

Na 2,5 uur lopen komen we aan in Tilkot. Net voor Tilkot komen we ook nog door een Hindoe-tempel. In Tilkot drinken we even een flesje frisdrank met z’n vieren en dan beginnen we weer aan een klim. Onze klim gaat naar het Changu Nayaran vomplex, 1 van de oudste hindoe-tempels. We lopen over een soort zandpad door het bos.  Onderweg komen we een groep jongeren tegen die een film met muziek opnemen. Ze vragen ons te figureren en of we even 5 minuten willen wachten. 5 minuten worden 10-15 minuten en dan duurt het nog 20 minuten. Wij hebben geen zin meer om te wachten. We lopen verder en komen weer door straatjes met kleine huisjes. We zien nog regelmatig de Himalaya toppen, het wordt steeds helderder, daardoor ook warmer. Rond 13 uur komen we aan bij het Changu Nayaran complex. We duiken eerst een restaurantje in en nemen alle 4 Chowmin met kip, welke gelukkig niet al te heet.

Voor 100 NRS p.p. mogen we de Changu Nayaran tempel in, welke op de Unesco Werelderfgoedlijst staat en ligt op 1541 meter boven zeeniveau. Op weg naar de tempel weer vele souvenirwinkeltjes en je wordt dus overal gevraagd om binnen te komen kijken.
We lopen maar gewoon door naar de tempel. De tempel is bevolkt met een grote groep schoolkinderen van een prive-school in Kathmandu. Allemaal in schooluniform en wat is het leuk om foto’s van elkaar te maken met de telefoon. Iedereen heeft hier een mobiele telefoon en ook de smartphones zijn hier te koop. Als we teruglopen zien we dat de lokale bus net gaat vertrekken. We rennen er naar toe en de bus wacht nog even op ons. Ook een ritje in de lokale bus is hier een belevenis. Op een slakkengang met open deuren rijden we met luide muziek de heuvel af. Echte bushalte’s zijn niet nodig om hier op de bus te stappen, overal waar iemand staat wordt gestopt. Al snel zijn we in Bhaktapur, onze eindbestemming van deze dag.

Onze guesthouse zit vlakbij het Durbar Square en vanaf het dak hebben we uitzicht op het plein. In de guesthouse nemen we afscheid van onze gids en drager, zij gaan met de bus terug naar Kathmandu. We moeten nodig weer wat geld pinnen,  wat gelukkig hier op meerdere plaatsen kan. Voor 1100 NRS hebben wij deze keer toegang tot het Durbar Square van Bhaktapur. Door onze paspoortnummer achterop de toegangskaart te laten zetten hebben we voor dezelfde prijs ook de volgende dag toegang. We gaan gelijk een kijkje nemen in de stad, het licht aan het einde van de middag is erg mooi. We worden steeds aangesproken door mensen die onze gids willen zijn of iets anders van je willen. We hebben al geleerd dat je duidelijk nee moet zeggen en door moet lopen, dan blijven ze ook niet aandringen. De tempels alhier hebben ook weer prachtig houtsnijwerk en vele grote beelden. We gaan een tijdje zitten bij Taumadhi Tole, gewoon mensen kijken. Daarna nemen we nog een kijkje op het pottenbakkersplein. Potten van klei worden hier gemaakt, gedroogd, gebakken en verkocht.

Voor 100 NRS mag Reinier ook proberen een pot te draaien en daar mogen we dan een foto van maken. Ja, als je foto’s wil maken dan willen ze daar graag geld voor hebben. We proberen hier zo weinig mogelijk aan toe te geven, tenzij we het echt graag op de foto willen zetten. Terug naar de guesthouse waar speciaal voor ons de keuken open gedaan wordt. We zijn met nog 1 stel de enige gasten voor deze dag. Na het eten wordt ons een thermoskan met warm water gebracht en 2 warme kruiken voor de kou. Ook krijgen we nog thee als we het vragen, ze zijn echt zeer hulpvaardig.

Maandag 23 december 2013

Rond 7 uur uit ons bed in de hoop de zonsopkomst op de bergen te zien, maar helaas het is weer mistig. Dan maar even een kijkje nemen op het dakterras. Het Durbar Square is nu vooral bevolkt door de lokale bevolking. Mensen gaan een offer brengen naar de tempels, kinderen gaan naar school, jongens zijn aan het badmintonnen en andere mensen zitten met elkaar te praten. Vanuit het restaurant waar we ons ontbijt krijgen hebben we ook uitzicht op het plein. Na het ontbijt leveren we onze tassen in bij de receptie, die kunnen we laten staan tot we later op de dag vertrekken. Wij gaan op pad in Bhaktapur en het is ‘s-morgens nog erg rustig, weinig toeristen te zien.

We hebben een wandelroute gevonden in de Lonely Planet die ons ook buiten de toeristische gebieden brengt. We lopen langs allerlei kleine tempels, waterbassins, vele winkeltjes, werkplaatsen etc. Mensen zijn hier totaal niet opdringerig. We drinken koffie en thee in een lokaal café, hier betalen we maar 60 NRS voor, terwijl dit in de toeristische gebieden al snel 180-200 NRS per kopje is. Het straatbeeld is hier echt genieten,zoveel indrukken, veel activiteit en kleur. Op Tuchapal Tole kijken we bij de vele prachtige houtsnijwerken en kopen we ook nog prachtig papier. We bekijken ook nog een papierfabriekje. We eten in een restaurantje, die eigenlijk erg leeg is, een prima maaltijd Chowmin en Springrolls voor weinig geld. Weer in de buurt van Durbar Square worden we weer steeds aangesproken. We gaan nog een tijdje zitten op het pottenbakkersplein om alles in alle rust gade te slaan.

Om 3 uur worden wij weer opgehaald. Er zijn wat misverstanden over waar we de chauffeur ontmoeten, maar uiteindelijk vinden we elkaar en kunnen we op weg naar Kathmandu. Onze chauffeur is een oudere man in een oude witte Toyota Corolla met vele kilometer op de teller. We mengen ons weer in het drukke verkeer en uiteindelijk zijn we pas om half 5 bij ons bekende Vajra hotel.
Graag hadden we weer eens een warme douche, maar helaas. Dan maar de blog bijwerken op de computer van het hotel. Wederom valt de stroom weer eens uit en zit je in het donker. Raak je ook weer aan gewend en na een aantal minuten gaat alles weer aan en start je de computer gewoon weer op. ‘s-Avonds weer tijd om de tassen in de pakken. Helaas zijn we allebei flink verkouden geworden en hebben we gelukkig in het winkeltje tegenover het hotel papieren zakdoekjes gevonden. De Nepalezen zelf gebruiken meestal geen zakdoeken. Net als het spugen dat hier veel mensen doen, kan je ook je neus leeg krijgen zonder zakdoek….. Niet echt een heel fris gezicht, maar ja…..

Lees verder in ons verslag van de 2e week